Sneeuwpietje deel 2

Wat voorafging. Sneeuwpietje wordt wees en is overgeleverd aan de zorg van zijn stiefvader, de wreedaardige ex-voetballer Ricardo. (KLIK HIER VOOR DEEL 1)

Toen bedacht Ricardo een duivels plan. Hij riep de koninklijke jager bij zich.

“Beste Jager, ik heb een bijzondere opdracht voor jou. De opdracht is zo bijzonder dat ik jou er ook rijkelijk voor zal belonen. Weet je nog, dat huis waar je van droomde in het reeënbos? Dat zal ik voor je kopen als je ervoor zorgt dat Prins Lorenzo uit dit koninkrijk verdwijnt!”

De jager was verbaasd: “Bedoel je dat ik hem moet wegvoeren, of moet ik hem vermoorden?”

“Doe met die onbenul wat je wil”, brulde Ricardo, “Als hij maar nooit meer terugkeert op ons grondgebied! Maar denk eraan: in ruil krijg je een mooi huis in het bos.”

De jager twijfelde niet. Hij ging naar de kamer van Lorenzo en maakte hem wakker. “Kom Prins, we gaan op tocht”, loog hij hem voor. De jager had het hart niet om Lorenzo te vertellen wat er werkelijk aan de hand was, want ook hij vond de prins sympathiek. Lorenzo was blij omdat hij eindelijk nog eens buiten het paleis mocht. “Waar gaan we naartoe”, sprak hij vrolijk. “Op avontuur”, loog de jager.

Ze vertrokken en stapten dagen aan een stuk. Onderweg vertelde de prins honderduit aan de jager over alle nieuwe gerechten waar hij aan bezig was tijdens zijn eenzame opsluiting in het paleis. Na 5 dagen stappen kwamen ze aan in het zwarte woud, nabij het gebergte van de 7 kolossen. “Waar zijn we hier eigenlijk”, vroeg de Prins aan de jager. “Geen idee”, zei de jager, “de batterij van mijn GPS is op”. Ondertussen keek hij een beetje bang rond, want hij wist heel goed waar ze waren en dat gaf hem koude rillingen. “Zullen we een spelletje spelen om even uit te rusten”, stelde hij toen voor aan Lorenzo. “Laat ons blindemannetje spelen.” “Ja, tof”, zei Lorenzo. De jager haalde meteen een blinddoek uit zijn achterzak en bond die voor de ogen van de prins. Toen draaide hij hem drie keer rond en ging achter een boom staan. De prins stapte onzeker heen en weer en probeerde te horen waar de jager was. “Ik hoor het: je bent vlakbij”, riep hij vrolijk. Daarop stapte de jager vanachter de boom en sloeg de prins op het hoofd met zijn jachtgeweer. Er gutste veel bloed uit de wonde en de prins viel op de grond. Zo gauw de prins gevallen was, vluchtte de jager weg zo snel zijn benen hem dragen konden.

Toen hij weer in het koninklijk paleis was aangekomen deed hij verslag aan Ricardo. “Ik ben met hem naar het zwarte woud gegaan, bij het gebergte van de 7 kolossen. Daar heb ik hem neergeslagen. Volgens mij is hij dood.” Ricardo was zeer opgetogen en overhandigde de sleutels van het huis aan de jager. Die nam daarop onmiddellijk ontslag en trok zich terug in het reeënbos.

Zo leefde Ricardo gelukkig en alleen in het paleis. Als men hem vroeg waar de jonge vriendelijke prins was gebleven, zei hij: “Hij is op wereldreis vertrokken. Hij wilde nog wat bijstuderen. Ik heb gisteren nog een kaartje van hem gekregen. Van ver weg, over de 7 bergen.”

Sindsdien vroeg Ricardo iedere ochtend aan zijn magische facebookspiegel: “Spiegel aan de wand, wie heeft de grootste piet van het land?”

Steevast antwoordde de spiegel:”Gij Ricardo hebt de grootste Piet,ge gelooft niet wat ge ziet” (de spiegel rijmde graag)

Een paar dagen nadat Lorenzo was achtergelaten door de jager, kwam hij echter terug bij. Hij was niet dood. Hij was alleen maar zwaar gekwetst. Half verdoofd lag hij zo in de sneeuw te wenen. Wanneer hij het bewustzijn verloor, vulden nachtmerries zijn geest. Toen hij weer even bijkwam prutste hij een paar paddestoelen vanonder een boom los en at die op, omdat hij vreesde te sterven van de honger.

Maar daar kreeg hij vreselijke buikpijn van en de nachtmerries werden nog erger. Er zat maar 1 ding op: proberen wakker te blijven. “Iemand moet toch op zoek zijn naar mij”, dacht hij vertwijfeld. En dus probeerde hij een plasje te maken in de sneeuw en zo in grote letters HELP te schrijven. Tot zijn ontzetting zag hij echter dat zijn piet een pietluttig pietje was geworden. Wist hij veel dat zijn beroemde orgaan last had van de ijzige kou. Bittere tranen liepen over zijn mooie gezicht. En hij viel weer in coma.

Een paar dagen later voelde hij een warme wind op zijn gezicht en tastte om zich heen. De sneeuw was verdwenen, precies op de plek in het bos waar hij lag. Een vriendelijke ree boog zich over hem heen en likte zijn zoute tranen af en met haar warme adem bracht ze weer wat leven in zijn verkleumde botten. Maar zijn pietje bleef een larfje.

Lorenzo besloot er het beste van te maken. Hij wist niet waar hij was en blijkbaar mistte niemand hem, dus besloot hij om te overleven in het bos. Hij at wortels en noten en appels en truffels en paddestoelen om te overleven. En toen een bliksemschicht een vuurtje veroorzaakte, koesterde hij de vlam, bouwde een mooie hut en begon te koken met wat hij in het bos vond.

De geur van het stoofpotjes verspreidde zich door het bos. Af en toe hoorde Lorenzo tijdens het koken een duistere grom en het geluid van smakkende lippen. Lorenzo dacht dat het everzwijnen waren en kookte lustig verder in zijn intussen gezellig ingerichte hut.

Op een avond, na een eendeneierenomelet met boleten die heerlijk smaakte, voelde Lorenzo zich onwel. Hij kreeg hevige buikpijn en een groene kleur, koorts en uitslag.

“Ik sterf hier en nu”, dacht hij. Hij viel flauw.

Die nacht beefde de aarde. Het was geen aardbeving, het waren de voetstappen van een reuzin. Ze heette Bloke en ze was heel verlegen. Wekenlang had ze Lorenzo begluurd. Maar omdat ze vreselijk verlegen was durfde ze hem niet aanspreken. Bloke wist alles over kruiden en planten en bomen. Ze wist dat de prins giftige boleten had geplukt maar durfde hem niet verwittigen voor het gevaar. Ze was het namelijk gewend dat iedereen schrok van haar, en juist daardoor was ze zo verlegen geworden.

Voorzichtig nam ze de bewusteloze Lorenzo op. Hij rustte met zijn hoofd op haar muis. De muis van haar hand. Eerst spoelde ze hem af in de rivier en druppelde dan een helende kruidencocktail in zijn mond. Lorenzo herstelde meteen. Hij opende zijn ogen, zag Bloke en dacht dat hij ontvoerd was door madam King Kong. Roepend en tierend probeerde hij zich te bevrijden uit haar handen toen Bloke met haar lieve zachte stem zei: “Ge moet gene schrik hebben kleine man, ge zijt genezen, het was een kwestie van hoge nood! Boleten kunnen gevaarlijk zijn!”

Lorenzo staarde in haar grote bruine ogen en sloot haar meteen in zijn hart. “Dank u madam”, prevelde hij. “Ik ben nog maar 16 jaar, geen madam en ik heet  Bloke, hoe heet jij?”

“Lorenzo.”

“Oh wat een mooie naam! Ik hou van planten! Laurier is mijn favoriete kruid! En jij heet zo! Super!” Bloke herkende zichzelf niet meer, het was de allereerste keer dat ze met een onbekende sprak…maar ze had zijn pietje gezien, onder de sneeuw. “Sneeuwpietje”, zo zal ik hem noemen dacht ze.

“Ik neem je mee naar mijn familie sneeuwpietje, dieper in het woud, daar kan je je verwarmen en weer aansterken, ok?”

“Eh…ja … Bloke”

Ze deed zeven enorme stappen over berg en dal, en Blokes roep weergalmde: “Het is ik, Bloke. Ik heb iemand bij: Sneeuwpietje! Geen paniek! Hij is ongevaarlijk!”

Haar zussen, ze had er zes, kwamen haar tegemoet gesneld.

Ze brulden: “Gene enkele vent is ongevaarlijk Bloke! Gooi hem van de rotsen!”

(wordt vervolgd)

Facebook Iconfacebook like buttonYouTube Icon